De wetenschap en onze filosofie.

Wij verbeteren verenigingen door sport en beweging te benaderen vanuit de laatste wetenschap.

Filosofie

Vanuit welke waardes is Sportjeal ontstaan?

Visie

Sporten en bewegen is leuk. Ga in het weekend maar eens een rondje langs de Nederlandse sportvelden. In groten getale komen kinderen en ouders naar hun sportvereniging.

Missie

Of het nu gaat om een veld vol springende koters of pubers die neigen snel af te haken, onze trainers weten precies hoe zij hun team tot beweging aanzetten.

Wetenschap

De academische kennis achter het Sportjeal programma

Als trainer ben je nooit uitgeleerd. Ook wij hebben in onze weg als trainer verdiept in verschillende cursussen en diverse onderwerpen om het zowel voor de spelers als voor onszelf nog beter en leuker te maken. In de loop der jaren hebben zijn allerlei opleidingen en cursussen de revue gepasseerd. Door deze kennis te combineren met onze ervaring zijn we tot onze eigen opleiding gekomen.

Onze opleiding is gebaseerd op of bevat elementen van de volgende modellen en opleidingen; De zelfdeterminatietheorie (ZDT), het Long Term Athletic Development Model (LTAD- model), Motorisch Remedial Teaching (MRT), Athletic Skills Model (ASM), Multiskillz en Bodymap.

Zelfdeterminatie-theorie (ZDT)

Het ZDT richt zich op motivatie en persoonlijke ontwikkeling. Dit past perfect bij onze filosofie en visie. Door ons te richten op floreren van de sporter zal de aandacht altijd gaan naar individueel beter worden en plezier beleven aan het sporten. Hierdoor blijven sporters langer verbonden aan de sport.

De zelfbeschikkingstheorie (Figuur 1) is een macrotheorie over de menselijke motivatie. De kern van de theorie wordt gevormd door de stelling dat er drie natuurlijke basisbehoeften zijn die, indien deze bevredigd worden, een optimale functionering, welbevinden en groei van een persoon toestaan. Deze 3 behoeften zijn:

  1. Autonomie
  2. Binding
  3. Competentie
Sportjeal Het ZDT-model
Figuur 1:Het ZDT-model

Motorische Remedial Teaching (MRT)

MRT richt zich op kinderen met een motorische achterstand. Als bewegingsactiviteiten niet aansluiten bij wat een kind kan of wil, wordt de kans dat een kind afhaakt bij bewegingsactiviteiten steeds groter .

De succeservaringen nemen af de motivatie tot bewegen wordt minder en de bewegingsachterstand kan toenemen of neemt verder toe. Zicht hebben voor motorische verschillen in je trainingsgroep en omgaan met deze
verschillen door het differentiëren van je aanbod is een belangrijke pijler in onze opleiding. Goede motorische vaardigheden zijn voor kinderen erg belangrijk, zij gebruiken deze vaardigheden de gehele dag. Het is voor jonge kinderen de meest primaire contactvorm en tijdens het opgroeien blijft bewegen belangrijk. Kinderen bouwen hun bestaan hiermee uit:

  • het leren omgaan met anderen,
  • het leren helpen en geholpen worden,
  • het kunnen leggen van contacten,
  • Het jezelf kunnen meten aan anderen,
  • dit alles wordt in sterke mate gevoed vanuit spel- en bewegingssituaties.

Het leren van jonge kinderen gaat vaak van grijpen naar begrijpen: bewegen is leren, leren is bewegen. Door de motorische achterstand kan een sociale isolatie ontstaan en het zelfbeeld negatief worden beïnvloed. MRT zorgt voor een veilig pedagogisch klimaat waardoor het kind met een motorische achterstand kan leren genieten van bewegen. Deze kinderen zijn gebaat bij meer en passende

bewegingservaringen. Dit vraagt om extra tijd en deskundige begeleiding. MRT zorgt voor positiever zelfbeeld Tijdens MRT activiteiten doen kinderen (weer) succeservaringen op, waardoor kinderen een positiever zelfbeeld ontwikkelen. Startpunt is het uitgaan van mogelijkheden. Er worden spel- en bewegingssituaties aangeboden die lukken. Vanuit het zelfvertrouwen wat daardoor ontstaat (of terug gevonden wordt) krijgt het kind weer plezier in bewegen (emotionele ontwikkeling). Vanuit dit basisvertrouwen in het eigen lijf wordt op zoek gegaan naar grenzen waarbij de activiteit weer kan gaan mislukken en daarna weer kan lukken. Het zoeken naar oplossingen om bewegingsproblemen (uitdagingen) zelf op te lossen is van groot belang om de wereld – met vallen en opstaan – te ontdekken en om trots te worden op wie je bent. De MRT-er gaat samen met het kind en ouders op zoek naar de mogelijkheden in de leefwereld van het kind.

Athletic Skills Model (ASM)

ASM is en model dat zich richt op breed motorisch opleiden. Door aandacht te geven aan 10 grondvormen van bewegen zal de sporter zich veelzijdig ontwikkelen. Deze veelzijdigheid komt ten goede in creativiteit en zorgt door minder eenzijdige trainingen een lagere blessuregevoeligheid.

Het Athletic Skills Model (ASM) definieert 10 leerlijnen;

  1. Balanceren en vallen,
  2. Stoeien en vechten,
  3. Gaan en lopen,
  4. Springen en landen,
  5. Rollen en duikelen,
  6. Gooien vangen mikken slaan,
  7. Trappen, schieten, mikken,
  8. Klimmen en klauteren,
  9. Zwaaien en slingeren,
  10. Bewegen op – en maken van muziek