Trainers zeggen vaak: “Blijven oefenen, dan komt het vanzelf.” Maar hoe vaak verwachten we dat eindeloze herhalingen tot verbetering leiden, terwijl er niets wezenlijks verandert? Albert Einstein verwoordde het treffend: “Waanzin is steeds hetzelfde doen en toch een ander resultaat verwachten.”
Herhaling op zich is geen training – het is bezigheid. Wanneer wij als trainers steeds dezelfde oefeningen blijven herhalen zonder variatie of aanpassing, leren sporters misschien wel een trucje, maar ontwikkelen ze zich niet echt. Zelf zeg ik: Altijd als je een ei bakt, krijg je een gebakken ei.
Vraag jezelf eens: Laat ik mijn sporters écht trainen, of laat ik ze alleen herhalen? Dat onderscheid maakt alles. Herhaling werkt alleen als het een doel heeft, als het aanzet tot leren en verbeteren. Anders blijft het wat ik noem: doen om het doen.
Train echt, niet op routine
- Herken het patroon: Doe jij hetzelfde als gisteren? Of de week ervoor? Dan is het tijd om te reflecteren. Sporters leren pas iets nieuws als jij iets nieuws brengt.
- Stel jezelf de vraag: Wat leren sporters van deze herhaling? Als je geen duidelijk antwoord hebt, is het misschien tijd voor een andere aanpak.
Hoe breek je de cirkel?
- Analyseer elke herhaling: Focus niet alleen op wat er misgaat, maar op wat beter kan. Geef feedback die aanzet tot denken en aanpassen.
- Creëer variatie: Verander het spel. Voeg tijdsdruk toe, wissel van positie, maak de oefening competitiever of onverwacht. Variatie dwingt sporters tot leren.
- Stel doelen: Laat sporters niet alleen herhalen, maar werken naar concrete verbeteringen. Bijvoorbeeld: “Bij de volgende herhalingen wil ik dat je steeds bewuster nadenkt over wat je doet en wat er goed of anders kan.”
Conclusie:
Er zijn twee soorten waanzinnige trainers. De ene blijft eindeloos herhalingen vragen zonder richting, zonder variatie, zonder reflectie. De andere is een waanzinnige trainer die verandering durft te brengen, die van herhaling een leerproces maakt en sporters laat groeien.
Welke waanzinnige trainer ben jij?